Would you like to read this information again? Use the following options:

Alles over Longontsteking

Powered by: KNMP logo
  • Algemeen
    Een longontsteking is een infectie van de kleinere luchtwegen (bronchiën) en de longblaasjes. Een longontsteking ontstaat meestal na een verkoudheid of griep.

    Normaal blijven de longblaasjes schoon, omdat trilhaartjes in de luchtwegen slijm met bacteriën en virussen naar boven werken. U slikt het slijm dan weg of hoest het op. Als u rookt, bewegen de trilharen minder goed. U heeft hierdoor meer kans op luchtweginfecties en longontsteking. Ook oudere mensen, mensen met COPD en mensen met een verminderde weerstand hebben meer kans op longontsteking.

  • Herkennen
    Na een verkoudheid of griep blijft u hoesten. Het kan ook zijn dat u juist hersteld was van de griep en opnieuw ziek wordt. Na enkele dagen moet u slijm ophoesten. U heeft meestal koorts en u voelt zich erg ziek. U bent kortademig en soms heeft u pijn bij de ademhaling.

  • Zelf doen
    • Neem contact op met de huisarts als u deze klachten herkent. Meestal zijn antibiotica nodig.
    • Stop met roken.
    • Zorg dat u voldoende drinkt, zeker als u koorts heeft.
    • U hoeft niet per se in bed te blijven, doe wel rustig aan.
    Bron: Nederlands Huisartsen Genootschap.
    Laatst bijgewerkt: 29 augustus 2006.



  • Medicijnen

    Penicilline-antibiotica
    Penicilline-antibiotica doden vele soorten bacteriën en hebben een goede opname in het lichaam. Ze blokkeren een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij de bacteriegroei waardoor de bacterie afsterft. Voorbeeld is amoxicilline.

    Bij sommige patiënten wordt de amoxicilline afgebroken door bacteriën zodat het zijn werking niet meer kan doen. Clavulaanzuur gaat dit tegen en verbetert zo het effect van amoxicilline. Voorbeeld is amoxicilline in combinatie met clavulaanzuur.

    Tetracycline-antibiotica
    Tetracycline-antibiotica remmen de groei van vele soorten bacteriën. Ze remmen de eiwitaanmaak van de bacterie. Een bacterie die geen eiwit kan aanmaken kan zich niet meer vermenigvuldigen en sterft af. Voorbeeld is doxycycline.

    Macrolide-antibiotica
    Macrolide-antibiotica remmen de groei van vele soorten bacteriën. Ze grijpen in op de eiwitaanmaak binnen de bacterie. Een bacterie kan zonder eiwitten niet verder groeien. Hierdoor sterft de bacterie.

    Macrolide-antibiotica worden vooral gebruikt tegen bacteriën die ongevoelig zijn voor andere antibiotica of tegen infecties op plaatsen waar andere antibiotica niet goed doordringen en bij mensen die overgevoelig zijn voor penicillinen. Voorbeelden zijn azitromycine, claritromycine en erytromycine.

    Chinolon-antibiotica
    Chinolon-antibiotica remmen de groei van vele soorten bacteriën. Ze blokkeren een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij de bacteriegroei. Hierdoor kan de bacterie zich niet meer vermenigvuldigen en sterft af. Voorbeelden zijn ciprofloxacine en ofloxacine.

    Antibiotica van het sulfonamide-type
    Antibiotica van het sulfonamide-type doden vele soorten bacteriën. Ze dringen door in de bacterie en verhinderen de aanmaak van een stof die essentieel is voor de bacterie. Hierdoor sterft de bacterie. Voorbeeld is sulfamethoxazol in combinatie met trimethoprim.

    Cefalosporine-antibiotica
    Cefalosporine-antibiotica werken tegen bacteriële infecties. Ze remmen de groei van bacteriën en doden vele soorten bacteriën. Voorbeelden zijn cefaclor, cefalexine, cafazoline en ceftazidim.

    Fusidinezuur
    Fusidinezuur remt de groei van verschillende bacteriën. Het belemmert bij de bacteriën de aanmaak van eiwitten. Zonder eiwitten kunnen bacteriën niet verder groeien. Het lichaam krijgt hierdoor de tijd om de bacteriën op te ruimen. Sommige bacteriesoorten sterven zelfs af.

    Clindamycine
    Clindamycine is een antibioticum dat de groei van vele soorten bacteriën remt. Het grijpt in op de eiwitaanmaak binnen de bacterie. Een bacterie kan zonder eiwitten niet verder groeien. Hierdoor sterft de bacterie. Clindamycine wordt vooral gebruikt tegen bacteriën die ongevoelig zijn voor andere antibiotica en bij mensen die overgevoelig zijn voor penicillines.

    Rifampicine
    Rifampicine doodt vele soorten bacteriën. Het remt een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij de bacteriegroei waardoor de bacterie afsterft.

    Linezolid
    Linezolid verhindert dat de bacterie eiwitten aanmaakt. Een bacterie kan zonder eiwitten niet verder groeien en sterft af.

    Vancomycine
    Vancomycine doodt verschillende soorten bacteriën door de bouw van de bacteriewand te belemmeren. Het wordt gebruikt bij een longontsteking door infecties met de MRSA-bacterie. De MRSA-bacterie is ongevoelig voor veel normale antibiotica, maar kan nog wel worden bestreden met vancomycine.

    Ribavirine
    Longontsteking kan worden veroorzaakt door een infectie met het zogenaamde RS-virus. Ribavirine remt de groei van het RS-virus. Het effect is echter niet zo groot.

    Pneumokokkenvaccin
    Het pneumokokkenvaccin bevat onderdelen van pneumokokken-bacteriën. Een longontsteking kan door pneumokokkenbacteriën worden veroorzaakt. Na injectie van het pneumokkenvaccin maakt het lichaam afweerstoffen tegen de pneumokokkenbacteriën. Als het lichaam dan in aanraking komt met de levende pneumokokken kan het deze effectiever bestrijden.

Gerelateerde videos

Longontsteking (Pneumonitis)

Tijdens je ademhaling gaat er lucht via de neus en de luchtpijp naar steeds kleiner wordende luchtwegen, de bronchiën. De bronchiën vertakken zich tot nog kleinere doorgangen, de bronchioli, en uiteindelijk tot heel kleine trosjes dunne, tere zakjes, de longblaasjes (medische benaming: alveoli). In de longblaasjes wordt koolstofdioxide in het bloed omgewisseld voor zuurstof.

Pneumonitis valt onder de categorie ‘interstitiële longziekten’. Dat zijn aandoeningen die chronische ontsteking en littekenvorming van de longblaasjes en hun ondersteunende structuren (interstitieel weefsel = tussenweefsel) kunnen veroorzaken. Vanwege het littekenweefsel kunnen de longblaasjes niet op de juiste manier zuurstof aan de bloedsomloop afgeven. In sommige gevallen hoopt zich in de longholten vocht op, waardoor het ademhalen nog moeilijker gaat.

Pneumonitis kan verschillende oorzaken hebben, zoals blootstelling aan allergieverwekkende stoffen, straling en bepaalde soorten chemicaliën. Symptomen van pneumonitis zijn bijvoorbeeld kortademigheid en hoesten. De behandeling hangt af van de onderliggende oorzaak van pneumonitis; om de ontsteking te verminderen kunnen zuurstof en ontstekingsremmers worden voorgeschreven.

Longontsteking (Pneumonitis)

Tijdens je ademhaling gaat er lucht via de neus en de luchtpijp naar steeds kleiner wordende luchtwegen, de bronchiën. De bronchiën vertakken zich tot nog kleinere doorgangen, de bronchioli, en…

Tijdens je ademhaling gaat er lucht via de neus en de luchtpijp naar steeds kleiner wordende luchtwegen, de bronchiën. De bronchiën vertakken zich tot nog kleinere doorgangen, de bronchioli, en uiteindelijk tot heel kleine trosjes dunne, tere zakjes, de longblaasjes (medische benaming: alveoli). In de longblaasjes wordt koolstofdioxide in het bloed omgewisseld voor zuurstof.

Pneumonitis valt onder de categorie ‘interstitiële longziekten’. Dat zijn aandoeningen die chronische ontsteking en littekenvorming van de longblaasjes en hun ondersteunende structuren (interstitieel weefsel = tussenweefsel) kunnen veroorzaken. Vanwege het littekenweefsel kunnen de longblaasjes niet op de juiste manier zuurstof aan de bloedsomloop afgeven. In sommige gevallen hoopt zich in de longholten vocht op, waardoor het ademhalen nog moeilijker gaat.

Pneumonitis kan verschillende oorzaken hebben, zoals blootstelling aan allergieverwekkende stoffen, straling en bepaalde soorten chemicaliën. Symptomen van pneumonitis zijn bijvoorbeeld kortademigheid en hoesten. De behandeling hangt af van de onderliggende oorzaak van pneumonitis; om de ontsteking te verminderen kunnen zuurstof en ontstekingsremmers worden voorgeschreven.

Bekijk video

Longontsteking (Pneumonia)

Bij normale ademhaling gaat er lucht via de neus en de luchtpijp naar steeds kleiner wordende luchtwegen, de bronchiën. De bronchiën vertakken zich tot bronchioli en uiteindelijk tot kleine trosjes…

Bij normale ademhaling gaat er lucht via de neus en de luchtpijp naar steeds kleiner wordende luchtwegen, de bronchiën. De bronchiën vertakken zich tot bronchioli en uiteindelijk tot kleine trosjes dunne, tere zakjes, de longblaasjes (medische benaming: alveoli). In de longblaasjes wordt koolstofdioxide in het bloed omgewisseld voor zuurstof.

Longontsteking is een ernstige infectie of ontsteking van je longen. De longblaasjes vullen zich met pus en andere vloeistoffen; hierdoor kan het zuurstof niet goed in je bloed doordringen. Wanneer je bloed te weinig zuurstof bevat, kunnen je lichaamscellen hun werk niet goed doen.

Longontsteking kan op twee manieren je longen aantasten. Typische (lobaire) longontsteking tast een deel (longkwab) van een long aan. Bronchopneumonie (haardvormige longontsteking) tast verschillende plekken op de beide longen aan. Longontsteking is geen op zichzelf staande ziekte. Er zijn meer dan 30 verschillende factoren waardoor longontsteking kan ontstaan. De vijf hoofdoorzaken zijn: 1) bacteriën, 2) virussen, 3) mycoplasma’s, 4) andere besmettelijke organismen, zoals schimmels – waaronder pneumocystis organismen en 5) verschillende chemicaliën.

Neem onmiddellijk contact op met je arts als je symptomen van longontsteking bespeurt. Ook al zijn er veel effectieve antibiotica voor de bestrijding van longontsteking, toch is tijdige diagnose en behandeling van groot belang.

Bekijk video

Longen (werking)

Tijdens je ademhaling gaat er lucht via de neus en de luchtpijp naar steeds kleiner wordende luchtwegen, de bronchiën. De bronchiën vertakken zich tot nog kleinere doorgangen, de bronchioli, en…

Tijdens je ademhaling gaat er lucht via de neus en de luchtpijp naar steeds kleiner wordende luchtwegen, de bronchiën. De bronchiën vertakken zich tot nog kleinere doorgangen, de bronchioli, en uiteindelijk tot heel kleine trosjes dunne, tere zakjes, de longblaasjes (medische benaming: alveoli).

Bij inademing worden de longblaasjes in de longen met lucht gevuld. In de longblaasjes wordt koolstofdioxide omgewisseld voor zuurstof. Bloedcellen absorberen zuurstof uit de haarvaten in de longblaasjes, terwijl koolstofdioxide, een afvalproduct, vanuit de aderen aan de longen wordt afgegeven. Bij het uitademen wordt de koolstofdioxide uit het lichaam afgevoerd. Zuurstofrijk bloed stroomt naar het hart, en vandaar wordt het naar het lichaam doorgepompt om in energie te worden omgezet.

Bekijk video