-
Algemeen
Iedereen komt voortdurend in contact met mogelijke ziekteverwekkers, zoals virussen, bacteriën en parasieten. Parasieten zijn kleine ‘beestjes’ die alleen kunnen overleven op of in een ‘gastheer’, in dit geval de mens.
Bij de mens komen insecten voor die als parasiet leven (hoofdluis, teken), wormen (bijvoorbeeld de lintworm) en ook eencelligen (bijvoorbeeld toxoplasmose of malaria).
Door de afweerreacties van uw lichaam leidt besmetting meestal niet tot een infectie. De meeste parasieten worden al bij het eerste contact met het lichaam onschadelijk gemaakt. In een aantal gevallen dringt de parasiet verder het lichaam binnen en dan is er wel sprake van een infectie. Uw afweersysteem komt in actie om verdere verspreiding tegen te gaan.
-
Herkennen
Afhankelijk van de soort parasiet kan het bijvoorbeeld gaan om jeuk, huiduitslag of darmklachten.
-
Zelf doen
Belangrijk is een besmetting te voorkómen; daarbij gaat het vooral om hygiëne:
- handen wassen, vooral na toiletbezoek;
- hygiënisch omgaan met voedingsmiddelen, vooral rauw vlees en producten die rauw worden gegeten;
- goed koken en doorbakken van vlees (bijvoorbeeld gehakt en kip);
- omgang met huisdieren, zoals het verschonen van de kattenbak met handschoenen. Dit is vooral van belang voor zwangeren.
Soms is behandeling met medicijnen nodig.
Bron: Nederlands Huisartsen Genootschap.
Laatst bijgewerkt: 10 januari 2008. -
Medicijnen
Parasietdodende middelen
Een infectie die is veroorzaakt door een parasiet, wordt behandeld met een parasietdodend middel. Deze middelen verhinderen de aanmaak van eiwitten door de parasiet. Zonder eiwitten kan de parasiet niet groeien en sterft deze af. Voorbeelden zijn clindamycine en metronidazol.
Alles over Infecties met parasieten
Powered by: