Would you like to read this information again? Use the following options:

Alles over Hoge bloeddruk

Powered by: KNMP logo
  • Algemeen

    Het hart pompt bloed door het lichaam door zich afwisselend samen te trekken en te ontspannen. Dit geeft druk in de bloedvaten: de bloeddruk. De bloeddruk wordt uitgedrukt in twee getallen: de bovendruk (als het hart zich samentrekt) en de onderdruk (als het hart zich ontspant).

    De bloeddruk wisselt voortdurend onder invloed van houding, activiteit en spanning. Voor een goed oordeel over de bloeddruk zijn drie tot vijf metingen nodig, verdeeld over enige maanden. Normaal is de bovendruk lager dan 140 en de onderdruk gemiddeld lager dan 90.

    De oorzaak van hoge bloeddruk is meestal niet te geven. Wel kunnen drop, veel zout, veel alcohol en bepaalde medicijnen de bloeddruk verhogen. Ook overgewicht verhoogt de kans op een te hoge bloeddruk.

  • Herkennen

    Een hoge bloeddruk geeft zelden klachten. Hoge bloeddruk is geen ziekte, maar geeft wel meer kans op hart- en vaatziekten, zoals een hartinfarct. Die kans op hart- en vaatziekten wordt ook verhoogd door bijvoorbeeld roken of suikerziekte.

  • Zelf doen

    Als u een hoge bloeddruk heeft is het belangrijk om andere risicofactoren voor hart- en vaatziekten te beperken.

    • Stop met roken.
    • Als u last heeft van overgewicht, probeer dan af te vallen. Afvallen heeft een gunstig effect op de bloeddruk.
    • Eet elke dag minstens 200 gram groente en twee stuks fruit.
    • Drink niet meer dan twee glazen alcohol per dag.
    • Eet geen drop.
    • Gebruik geen zout bij het koken.
    • Zorg voor voldoende beweging en ontspanning.

    Klik hier voor meer informatie in de patiëntenbrieven van het Nederlands Huisartsen Genootschap over hoge bloeddruk en risicofactoren voor hart- en vaatziekten.

    Bron: Nederlands Huisartsen Genootschap.
    Laatst gewijzigde: 15 november 2005.

  • Medicijnen

    Plasmiddelen
    Door plasmiddelen scheiden de nieren meer zout uit dat vocht met zich meetrekt en via de urine afvoert. Hierdoor blijft er minder vocht achter in de bloedbaan, waardoor de bloeddruk daalt.

    • Thiazide-plasmiddelen. Voorbeelden zijn chloortalidon en hydrochloorthiazide.
    • Kaliumsparende plasmiddelen zorgen behalve het vocht afdrijvend (vermogen) effect ook dat er minder kalium wordt uitgescheiden via de nieren, zodat de kans op bijwerkingen op het hart minder wordt. Deze middelen worden gebruikt als de hoeveelheid kalium in uw bloed te laag is. Voorbeeld is triamtereen.
    • Thiazide-plasmiddelen in combinatie met kaliumsparende plasmiddelen. Voorbeelden zijn epitizide in combinatie met triamtereen, hydrochloorthiazide in combinatie met triamtereen en hydrochloorthiazide in combinatie met amiloride.
    • Lis-plasmiddelen. Voorbeeld is furosemide.

    Bètablokkers
    Bètablokkers vertragen de hartslag zodat het hart rustiger gaat pompen en verwijden de bloedvaten. Hierdoor daalt de bloeddruk. Voorbeelden zijn acebutolol, atenolol, bisoprolol, carvedilol, celiprolol, labetalol, metoprolol, nebivolol, oxprenolol, pindolol, propranolol en sotalol.

    ACE-remmers
    ACE-remmers remmen de werking van het Angiotensine Converterend Enzym (ACE). Hierdoor wordt de spanning in de spiertjes rond de bloedvaten verlaagd, zodat de bloedvaten ontspannen en wijder worden. Hierdoor kan het bloed beter doorstromen, waardoor de bloeddruk omlaag gaat. Verder hebben ACE-remmers ook invloed op de uitscheiding van natrium (keukenzout) met de urine. Dit helpt ook de bloeddruk omlaag te brengen. Voorbeelden zijn benazepril, captopril, cilazapril, enalapril, fosinopril, lisinopril, perindopril, quinapril, ramipril, trandolapril en zofenopril.

    Angiotensine-II-blokkers
    Angiotensine-II-blokkers remmen de werking van de lichaamseigen stof angiotensine-II. Hierdoor wordt de spanning in de spiertjes rond de bloedvaten verlaagd, zodat de bloedvaten ontspannen en wijder worden. Hierdoor kan het bloed beter doorstromen, waardoor de bloeddruk omlaag gaat.

    Verder bevorderen angiotensine-II-blokkers de uitscheiding van natrium (keukenzout) met de urine. Dit helpt ook de bloeddruk omlaag te brengen. Voorbeelden zijn azilsartan, candesartan, eprosartan, irbesartan, losartan, telmisartan en valsartan.

    Calciumblokkers
    Calciumblokkers verlagen de spanning in de spiertjes rond de bloedvaten, waardoor de bloedvaten ontspannen en wijder worden. Hierdoor kan het bloed beter doorstromen waardoor de bloeddruk omlaag gaat. De calciumantagonisten verapamil en diltiazem vertragen bovendien de hartslag, zodat het hart rustiger gaat pompen en de bloeddruk omlaag gaat.

    Calciumblokkers worden alleen voorgeschreven als andere bloeddrukverlagende middelen niet voldoende werken of niet kunnen worden gebruikt. Voorbeelden zijn amlodipine, barnidipine, diltiazem, felodipine, isradipine, lacidipine, lercanidipine, nicardipine, nifedipine met vertraagde afgifte, nitrendipine en verapamil.

    Alfablokkers
    Alfablokkers maken de bloedvaten wijder. Het bloed kan beter doorstromen en de bloeddruk gaat omlaag. Alfablokkers zijn geen eerste-keuzegeneesmiddelen vanwege bijwerkingen als duizeligheid. Ze worden alleen voorgeschreven als andere middelen tegen hoge bloeddruk onvoldoende werken of als u deze niet mag gebruiken. Alfablokkers worden vaak in combinatie met andere bloeddrukverlagende middelen gebruikt. Voorbeelden zijn doxazosine en terazosine.

    Ketanserine
    Ketanserine maakt de bloedvaten wijder. Het bloed kan beter door de vaten stromen en de bloeddruk gaat omlaag. Ketanserine wordt alleen voorgeschreven als andere middelen tegen hoge bloeddruk onvoldoende werken of als u deze niet mag gebruiken. Ketanserine kan in combinatie met andere middelen worden voorgeschreven.

    Vaatverwijders
    Vaatverwijders verslappen de spieren in de wand van de slagaders. Hierdoor verwijden deze bloedvaten. Het bloed kan beter doorstromen en de bloeddruk gaat omlaag. Ze wordt altijd in combinatie met plasmiddelen en bètablokkers voorgeschreven, om zo bepaalde bijwerkingen van vaatverwijders af te zwakken. Voorbeelden zijn hydralazine en minoxidil.

    Centraalwerkende bloeddrukverlagende middelen
    Centraalwerkende bloeddrukverlagers hebben hun werking in de hersenen. Een hoge bloeddruk kan ontstaan doordat de hersenen de bloedvaten een signaal geven om te vernauwen. Te nauwe bloedvaten geven een hoge bloeddruk. Centraalwerkende bloeddrukverlagende middelen verhinderen dit signaal, waardoor de bloeddrukverhoging niet optreedt. Voorbeelden zijn methyldopa, moxonidine en clonidine.

    Methyldopa wordt meestal alleen voorgeschreven aan zwangere vrouwen met een hoge bloeddruk, omdat is bewezen dat dit middel veilig is voor het ongeboren kind.

    Aliskiren
    Aliskiren vermindert de werking van renine. Deze lichaameigen stof kan bloedvaten laten vernauwen en de bloeddruk laten stijgen. Door de werking van renine te remmen, vernauwen de bloedvaten niet en kan het bloed beter doorstromen. Hierdoor daalt de bloeddruk.

Gerelateerde videos

Angiotensine-2 receptor blokker

Angiotensine-2 receptor blokker

Bekijk video

Alpha-blokkers

Bekijk video

Calcium blokkers

Bekijk video

Beta-blokkers

Beta-blokkers zijn geneesmiddelen die o.a. gebruikt worden bij hoge bloeddruk.

Beta-blokkers zijn geneesmiddelen die o.a. gebruikt worden bij hoge bloeddruk.

Bekijk video

Hoge Bloeddruk (Hypertensie)

Het hart is een zich samentrekkende spier die via een netwerk van slagaderen en aderen zuurstofrijk bloed naar het lichaam pompt. Bij bloeddrukmeting wordt eerst de bloeddruk geregistreerd op het…

Het hart is een zich samentrekkende spier die via een netwerk van slagaderen en aderen zuurstofrijk bloed naar het lichaam pompt. Bij bloeddrukmeting wordt eerst de bloeddruk geregistreerd op het moment waarop het linkerventrikel van het hart zich samentrekt en het bloed in de slagaders wordt gestuwd.

Terwijl het bloed uit het hart stroomt, loopt de druk op de slagaderwanden op. Bloeddruk is de maatstaf van de kracht waarmee het bloed uit het hart wordt gepompt en van de hoeveelheid bloed die wordt doorgepompt. Ook wordt de flexibiliteit en conditie van de slagaderen door de bloeddruk bepaald.

Bij het meten van de bloeddruk worden twee waarden genoteerd. Eerst de systolische waarde (de bovendruk). Deze wordt gemeten tijdens het samentrekken van het linkerventrikel, als de bloeddruk het hoogst is. Ten tweede de diastolische waarde (de onderdruk). Deze meting wordt verkregen wanneer de bloeddruk op het laagste punt is, op het moment dat het hart zich ontspant, tussen twee slagen in.

Bij aflezing van de bloeddruk wordt eerst de systolische druk en daarna de diastolische druk genoemd. Een abnormaal hoge bloeddruk in de slagaderen wordt hypertensie genoemd. We spreken van hypertensie wanneer bij drie afzonderlijke metingen een systolische waarde wordt gevonden die hoger is dan 140 mm kwikdruk (mmHg) en een diastolische waarde hoger dan 90 mmHg.

Hypertensie komt voor bij veel verschillende medische aandoeningen, onder andere bij aderverkalking, congestief hartfalen, beroerte, hartaanval en nierbeschadigingen. Zonder behandeling kan hypertensie het hart en de bloedvaten ernstig beschadigen. Het goede nieuws is dat patiënten met hypertensie hun kwaal over het algemeen onder controle kunnen houden met medicijnen, een dieet en verandering van levensstijl.

Bekijk video